Stichting Animalia zet zich in voor het recht op verantwoord dierhouderschap – of het nu gaat om particulieren met een passie voor bijzondere diersoorten of om gespecialiseerde ondernemers. Vaak gebeurt dat zichtbaar, via onze publicaties en juridische procedures. Maar ook achter de schermen ondersteunen we dierhouders bij langlopende dossiers en blokkades binnen het bestuursrecht.
Zo ook in het geval van Dutch Dragon Import, een onderneming die al jarenlang werkt met legaal verkregen reptielen. Nadat twee uitvoervergunningen maandenlang vastliepen zonder besluit, hebben wij in juli 2025 formeel bij RVO aangedrongen op voortgang. Met resultaat.

Op 1 september 2025 heeft RVO twee CITES-uitvoervergunningen toegekend aan Dutch Dragon Import. Deze toekenning maakt een einde aan twee slepende dossiers die al sinds 2024 liepen. Voor de betrokken ondernemer betekent dit eindelijk duidelijkheid, na maanden van stilstand, extra kosten en het risico op afhakende klanten.
De aanvragen betroffen de uitvoer van Varanus pilbarensis en Varanus glauerti. Het gaat om nakweekdieren uit legaal ingevoerde ouderdieren, waarvoor in eerdere jaren al herhaaldelijk exportvergunningen zijn verstrekt. Inhoudelijk ligt de beoordeling daarmee voor de hand: bij legaal verkregen nakweek kan export plaatsvinden zonder negatieve gevolgen voor het instandhouden van de soort. Toch werden de aanvragen langdurig aangehouden.
Bij de eerste aanvraag, ingediend in september 2024, verstreek bijna een jaar zonder besluit. Bij de tweede aanvraag, van november 2024, zat men na acht maanden nog steeds zonder antwoord. RVO gaf in maart 2025 zelfs expliciet aan dat men geen zeggenschap had over de termijn waarop de Wetenschappelijke Autoriteit (WA) zou adviseren. Deze autoriteit beoordeelt of internationale handel geen risico vormt voor wilde populaties. In het geval van aantoonbaar legale nakweek is deze beoordeling doorgaans weinig omstreden. Toch zat de procedure hier muurvast.
Namens Dutch Dragon Import heeft Stichting Animalia op 18 juli 2025 formeel aangedrongen op besluitvorming. In beide brieven wezen wij RVO op artikel 4:13 Awb: ook wanneer een adviesorgaan treuzelt, blijft het bestuursorgaan verplicht binnen een redelijke termijn te beslissen. Daarbij kondigden wij aan dat, als er niet binnen twee weken een besluit zou volgen, een ingebrekestelling zou worden ingediend op grond van artikel 4:17 Awb om besluitvorming en eventueel dwangsommen af te dwingen
Die druk werkte. Kort na ontvangst van onze brief stelde RVO de Wetenschappelijke Autoriteit een laatste termijn van één maand. Eind augustus kwam er alsnog een advies, waarna de vergunningen begin september zijn afgegeven.
Wij vinden het opmerkelijk dat RVO in haar brief benadrukt dat er een eenmalig advies wordt afgegeven. Dit eenmalige advies toont aan dat er een totaal nieuwe werkelijkheid aan het ontstaan is met betrekking tot dieren geplaatst op lijst 2 van Cites. Zelfs wanneer ouderdieren legaal zijn ingevoerd, lijkt de overheid te aarzelen bij het afgeven van vergunningen voor nakomelingen die aantoonbaar in gevangenschap zijn geboren. Als dit al geldt voor reptielen met volledige herkomstregistratie, maakt dat des te duidelijker dat de problemen bij vogelsoorten nog veel groter gaan worden, juist omdat daar doorgaans wordt volstaan met een gesloten pootring als bewijs van legale nakweek.
Deze casus laat zien dat de vertraging in grote mate te wijten was aan bestuurlijke terughoudendheid. Zonder tussenkomst van Stichting Animalia zou er waarschijnlijk nog steeds geen besluit liggen. Actieve bewaking van wettelijke termijnen blijft noodzakelijk om te voorkomen dat aanvragers klem komen te zitten tussen instanties. Voor toekomstige aanvragen zijn nieuwe vertragingen of zelfs afwijzingen niet uitgesloten.
Volgende week zullen we met een artikel uitgebreider ingaan op de problematiek rond CITES 2.
Steun ons, zodat wij dierhouders kunnen blijven ondersteunen