Onze huiswetenschapper bij Stichting Animalia, Dr. ir. A. van der Meijden, schreef een genuanceerd en diepgravend artikel over de zogenoemde positieflijst — een lijst die bepaalt welke diersoorten in Nederland als huisdier gehouden mogen worden. Vanuit zijn jarenlange ervaring als bioloog, dierenhouder en onderzoeker reflecteert hij op de vraag of het welzijn van dieren werkelijk afhangt van de soort, of juist van de mens die voor ze zorgt.

De positieflijst.
Waarom een positieflijst?
Volgens Kamerstuk 31389, nr. 130 (2013, Tweede Kamer) is het doel van de positieflijst het reguleren van soorten voor dierenwelzijn, risico’s mens, invasiviteit en volksgezondheid. De meeste van deze redenen worden echter al afgedekt door andere, bestaande regels: Invasiviteit door EU-Verordening 1143/2014, zoönosen en risico’s voor volksgezondheid door EU-Verordening 2016/429 en de Wet publieke gezondheid. Wat gedeeltelijk over blijft is dierenwelzijn. En dat is belangrijk genoeg op zich.
Hoewel ik nu al een paar decennia professioneel bioloog ben, heb ik in de jaren dat ik werkzaam was in de exotische dierenhandel (in de jaren ’90), veel misstanden gezien. En hoewel het al veel verbeterd is, gaan er nog steeds dingen mis in de houderij van exotische dieren, met dierenleed tot gevolg. Dat moet beter. Ik ondersteun dan ook de drijfveren achter de positieflijst- dierenwelzijn en veiligheid. En met mij veel liefhebbers en houders van exotische dieren.
Diersoort, of de dierverzorger?
De positieflijst beoogt welzijn te handhaven per diersoort. Misschien is men gewoon de bekende weg ingeslagen- de meeste bestaande wetten voor exotische dieren worden gehandhaafd per soort. Maar het ligt niet aan de diersoort, maar aan de houder of een individueel dier een hoog welzijnsniveau heeft. Bijvoorbeeld bij paarden in Senegal is gebleken dat behalve de socio-economische status van de eigenaar, vooral empathie voor dieren een belangrijke voorspeller is voor het welzijn van het paard (Seck et al., 2024). Dit blijkt belangrijker dan bijvoorbeeld educatie. In een onderzoek bij 104 hond-eigenaar paren bleek ook dat de kwaliteit van leven in honden in hoge mate gecorreleerd is met de eigenschappen van de eigenaar (Marinelli et al., 2007). Een vergelijkbare studie bij 435 kat-eigenaren onderstreept “..the important role of the owner for cat welfare” (Windschnurer et al., 2022).
Dat het gedrag van de verzorger een belangrijke invloed is op het welzijn in exotische, niet gedomesticeerde soorten blijkt ook uit dierentuinonderzoek (Philips & Peck, 2007, Carlstead, 2009). Een positieve verzorger met goede kennis van zaken, die bekend is met de soort, levert positief gedrag in verschillende exotische diersoorten (Ward & Melfi, 2025). In mijn eigen ervaring ken ik ook dierenhouders die ieder nieuwe soort in hun hoede langdurig bestuderen, en er vrijwel altijd in slagen ze goed te verzorgen (een ondergewaardeerde gave!). Dat terwijl sommige “verzamelaars” zelfs de meest eenvoudig te houden soorten op treurige wijze mishandelen. Kortom, het lijkt er op dat de aandacht moet gaan naar de verzorger, in plaats van de diersoort. Maar hoe weten we of de verzorger het goed doet? Dan moeten we de indicatoren voor welzijn, of juist gebrek aan welzijn, zoals stress-indicatoren, goed en objectief meten (Browning, 2022). Welzijn meet je via de indicatoren van welzijn, niet via taxonomie.
Houders van exotische huisdieren- de gemiddelde Nederlander?
Er zijn maar weinig interacties tussen mens en dier die door een waardering voor het dier worden gedreven. De meeste zijn gekenmerkt door een hoge mate van desinteresse- het vernietigen van biotopen, het doodrijden op de weg, het (onbewust) verstoren van de leefomgeving. De vee- en pelsdierhouderijen zijn economisch gedreven, en daardoor niet inherent in lijn met dierenwelzijn. De houders van exotische huisdieren hebben een andere drijfveer- ze waarderen het om hun dieren dagelijks te zien en, met een behoorlijke investering van tijd en geld, goed te verzorgen. Voor hen is een gezond en welvarend huisdier een vereiste om er plezier aan te kunnen beleven.
De positieflijst pretendeert een selectie van soorten die houdbaar zijn voor de gemiddelde Nederlander. Maar de gemiddelde Nederlander kan ook geen paarden houden. Sommige mensen hebben een wei en een stal, de meeste niet. De slecht gedefinieerde “gemiddelde Nederlander” is dus geen maatvoering voor wat een individuele liefhebber kan bieden. Bovendien zijn toegestane soorten, in handen van een slechte verzorger, net zo slecht af als een exotische soort. Het dierenwelzijn is niet afhankelijk van de taxonomie. Het gaat er om of een dier het nodige geboden word voor een goed leven. Niet iedereen heeft dezelfde kennis, ervaring, toewijding en middelen. Ook hier gaat het dus om de verzorger, niet de diersoort.
Niks te verliezen?
Voorstanders menen dat zelfs een imperfecte wetgeving zoals de positieflijst veel dierenleed zal voorkomen (ondanks dat toegestane soorten net zoveel kunnen lijden). Maar daarbij wordt niet overwogen wat het handhaven op de verkeerde categorie, diersoorten in plaats van mensen, voor neveneffecten kan hebben. En wat we hierdoor te verliezen hebben.
Unieke kennis en technologie bij hobbyisten
Het houden van kwallen was lange tijd onmogelijk. De dieren zonken in het aquarium naar de bodem, en stierven. Een wetenschapper vond het kreisel-aquarium uit (Greve, 1968), en dankzij marktwerking werden deze aanvankelijk zeer dure aquaria steeds goedkoper en beter. Kwallen zijn nu zowel in dierentuinen en thuis goed te houden en zelfs te kweken. De postieflijst maakt dergelijke technologische ontwikkelingen in dierverzorging en -welzijn onmogelijk voor veel soorten. Bovendien zijn de aannames over welke dieren in gevangenschap gehouden kunnen worden al snel achterhaald door technologische vooruitgang.
Ook koralen werden gezien als moeilijk te kweken in gevangenschap. Dankzij kennis en vraag van liefhebbers ontwikkelden zich verschillende programma’s voor het ex-situ kweken van koralen voor commercie en voor herintroductie in de natuur (Muka, 2022). Dit paper onderstreept ook de unieke kennis die hobbyisten opbouwen en onderhouden- een corpus dat veelal los staat van de wetenschap. Daartegen maken wetenschappers die exotische dieren in het laboratorium in leven moeten houden voor studie vrijwel altijd gebruik van de kennis en technologie ontwikkeld in de hobby.
Nederland en Duitsland lopen wereldwijd voor in de technologische innovatie voor het verantwoord houden van exotische soorten. Een positieflijst maakt innovatie moeilijk, reduceert de markt voor gespecialiseerde verzorgingsartikelen, en zet een streep door de unieke kennis en kunde die over decennia is opgebouwd door hobbyisten. Er zijn betere voorbeelden. Het citizen-conservation.org programma in Duitsland maakt bijvoorbeeld juist gebruik van de kennis en vaardigheden van hobbyisten om zeldzame soorten in gevangenschap voort te planten voor soortbehoud.
Een einde aan domesticatie als menselijke cultuuruiting?
Meer dan 12.000 jaar zijn mensen al bezig met het, al dan niet bewust, domesticeren van dieren (Nijenhuis en Hopster, 2018). Maar zo lang hoeft het niet te duren. Uit vele wetenschappelijke onderzoeken aan uiteenlopende diersoorten, van vissen tot zoogdieren, blijkt dat domesticatie in gevangenschap een proces is met een snelle aanvangsfase, gevolgd door een langzamere voortzetting (Wilkins et al., 2014; Lord et al., 2020). Al de eerste in gevangenschap geboren generatie toont epigenetische veranderingen (Anastasiadi et al., 2020; Christie et al., 2016; Willmes et al., 2024) en gedragsveranderingen, zoals gereduceerde agressie (Chen et al., 2024; Kasai et al., 2023). Na enkele generaties in gevangenschap volgen sterke genetische veranderingen in de populatie (Christie et al., 2012; Leitwein et al., 2022; Thériault et al., 2018). Deze veranderingen optimaliseren overleving, gezondheid en voortplanting in gevangenschap (Christie et al., 2012; Tidière et al., 2016), waarbij huisdieren vaak fitter zijn dan wilde soortgenoten. Het laten uitsterven van bestaande populaties in een stadium van beginnende domesticatie is daarom contraproductief voor dierenwelzijn. Bovendien sluit de positieflijst de mogelijkheid uit om andere wilde diersoorten te domesticeren. Terwijl domesticeren (het laten aanpassen aan menselijke aanwezigheid) juist een sleutel kan zijn voor het positief samenleven van mens en dier. Enerzijds door dieren te selecteren die niet onnodig bang zijn voor mensen, en anderzijds door dieren een positief en dagelijks deel te laten uitmaken van het leven van mensen.
Dierenwelzijn- het gaat om mensen
Omdat ik zelf houder ben van exotische dieren, in de exotische dierenhandel heb gewerkt, als wetenschapper voor verschillende wetenschappelijke collecties van levende dieren heb gezorgd, onderzoek heb gedaan in dierentuinen in Nederland en daarbuiten, en ook een wetenschappelijk artikel over de internationale exotische dierenhandel heb geschreven, heb ik misschien een uniek inzicht in hoe die werelden zich verhouden.
In mijn ervaring is in ieder van die sectoren het welzijn van de dieren voornamelijk afhankelijk van de verzorgers. Onkunde, desinteresse en gebrek aan aandacht zijn de grote veroorzakers van dierenleed, onafhankelijk van hoe exotisch of alledaags de diersoort is.
In de tien jaar dat ik, werkzaam in de exotische dierenhandel, twee of drie dagen in de week klanten mocht adviseren over de aankoop van een reptiel of vogelspin, groeide de wens om impulsaankopen te voorkomen. Een kleine drempel voor impulsaankopen zou al helpen, bijvoorbeeld een verplichte korte algemene welzijnscursus voor het verkrijgen van een houdersvergunning, zoals de Duitse Hundeführerschein. Ik pleit dus voor een positieflijst- een positieflijst voor mensen.
Geciteerde literatuur:
Anastasiadi D, Venney C. J., Bernatchez L., Wellenreuther M. (2020) Major gene expression changes and epigenetic remodelling in Nile tilapia muscle after just one generation of domestication. Epigenetics 15(10):1052-1067
Browning H. (2022) Assessing measures of animal welfare. Biol Philos 37:36. https://doi.org/10.1007/s10539-022-09862-1
Carlstead K. (2009) A comparative approach to the study of keeper–animal relationships in the zoo. Zoo Biol 28(6):589-608
Chen I., Pradel J., Geffroy B. (2024) Early impact of domestication on aggressiveness, activity, and stress behaviors in zebrafish (Danio rerio) using mirror test and automated videotracking. Sci Rep 14:20709
Christie M. R., Marine M. L., French R. A., Blouin M. S. (2012) Genetic adaptation to captivity can occur in a single generation. Proc Natl Acad Sci USA 109(1):238-242
Christie M. R., Marine M. L., French R. A., Waples R. S., Blouin M. S. (2016) A single generation of domestication heritably alters the expression of hundreds of genes. Nat Commun 7:10676
Greve W. (1968) The “planktonkreisel”, a new device for culturing zooplankton. Mar Biol 1(3):201-203
Kasai A., Yamamoto S., Hayashi M., Morita K. (2023) Effects of domestication and captive breeding on reaction to moving objects: implications for avoidance behaviours of masu salmon Oncorhynchus masou. R Soc Open Sci 10(4):230045
Leitwein M., et al. (2022) Strong parallel differential gene expression induced by hatchery rearing weakly associated with methylation signals in adult Coho Salmon (O. kisutch). Genome Biol Evol 14(4):evac036
Lord K. A., Larson G., Coppinger R. P., Karlsson E. K. (2020) The History of Farm Foxes Undermines the Animal Domestication Syndrome. Trends Ecol Evol 35(2):125-136
Marinelli L., Adamelli S., Normando S., Bono G. (2007) Quality of life of the pet dog: Influence of owner and dog’s characteristics. Appl Anim Behav Sci 108(1–2):143-156
Muka S. (2022) Taking hobbyists seriously: The reef tank hobby and knowledge production in serious leisure. Stud Hist Philos Sci 93:192-202
Nijenhuis F., Hopster H. (2018) Gedomesticeerd? Begripsomschrijving en beoordelingskader, toegepast voor het rendier en de zeboe. Wageningen Livestock Research rapport 1102
Phillips C., Peck D. (2007) The effects of personality of keepers and tigers (Panthera tigris tigris) on their behaviour in an interactive zoo exhibit. Appl Anim Behav Sci 106(4):244-258
Seck M., Carder G., Wathan J., Randau M., Fletcher K., Proops L. (2024) Working horse welfare in Senegal is linked to owner’s socioeconomic status, their attitudes and belief in horse sentience. PLoS One 19(10):e0309149. doi:10.1371/journal.pone.0309149
Thériault V., Moyer G. R., Jackson L. S., Blouin M. S., Banks M. A. (2018) Population correlates of rapid captive-induced maladaptation in a wild fish. Evol Appl 11(9):1547-1560
Tidière M., Gaillard J.-M., Müller D. W. H., Lackey L. B., Gimenez O., Clauss M., Lemaître J.-F. (2016) Comparative analyses of longevity and senescence reveal variable survival benefits of living in zoos across mammals. Sci Rep 6:36361
Ward S. J., Melfi V. (2015) Keeper-animal interactions: Differences between the behaviour of zoo animals affect stockmanship. PLoS One 10(10):e0140237
Wilkins A. S., Wrangham R. W., Fitch W. T. (2014) The “Domestication Syndrome” in Mammals: A Unified Explanation Based on Neural Crest Cell Behavior and Genetics. Genetics 197(3):795-808
Willmes M., Hobbs J. A., Hung T.-C., Ammann L., Baerwald M. R., Ikemiyagi N., Jones D., Schreier A. D. (2024) Single generation epigenetic change in captivity and reinforcement in subsequent generations in a delta smelt (Hypomesus transpacificus) conservation hatchery. Mol Ecol 33(14):e17449
Windschnurer I., Häusler A., Waiblinger S., Coleman G. J. (2022) Relationships between owner and household characteristics and enrichment and cat behaviour. Appl Anim Behav Sci 247:105562

