Lak en leugens: De waarheid achter dierenwelzijnsbeleid (deel 2)

Deel 2: Lak aan transparantie!

Bij Stichting Animalia strijden we voor transparant beleid gebaseerd op feiten. In ons eerste artikel uit deze reeks vertelden we al over het Woo-document waarbij de overheid vergat ‘de lak af te dichten’, waardoor we een deel weer zichtbaar konden maken. Onder de overmatig aangebrachte lak kwamen, naast namen en e-mailadressen, ook teksten tevoorschijn die ons inkijk geven in hoe de overheid te werk gaat en omgaat met tegenwerking.

Wat zit er achter de lak?

Het is tijd om nu naar de inhoud van de tekst achter de lak te kijken

“  Het bezwaarschrift ongegrond verklaren, in die zin dat we de aanvraag om de Grootoorspringmuis op de positieflijst te plaatsen zonder meer afwijzen (dus zonder enige wetenschappelijke basis), lijkt ons geen goed idee.  Daarmee komen we zeker niet weg bij het CBb en dat moeten we denk ik ook niet willen…zoals [Naam] eerder ook al aangaf n.a.v. de vovo-uitspraak: het net sluit zich nu steeds meer. ”

bezwaarjurist RVO

Maar wat staat hier nu eigenlijk?

Ondanks herhaalde verzoeken sinds 2015, weigerde de overheid de aanvraag voor opname van een nieuwe soort in behandeling te nemen, zelfs na bezwaren, beroepsprocedures en een rechterlijke uitspraak. Tijdens een spoedzitting in 2018 wees de rechter het verzoek om de soort direct op de positieflijst te plaatsen af, maar niet op inhoudelijke gronden. De rechter stelde dat er geen directe noodzaak was voor een versnelde uitspraak, maar bevestigde wel dat de overheid onrechtmatig handelde door geen beslissing te nemen.

Kort hierop wees een bezwaarjurist van RVO ambtenaren erop dat afwijzen van een bezwaar zonder wetenschappelijke onderbouwing juridisch onhoudbaar was. Dit advies komt voort uit eerdere rechtszaken tegen de inmiddels vernietigde positieflijst (2017)

Het onthult dat een jurist het nodig vond ambtenaren erop te wijzen dat afwijzen zonder onderbouwing niet iets is waar ze mee wegkomen bij de rechter. De interne correspondentie laat zien dat erkend wordt dat hun aanpak steeds moeilijker houdbaar wordt en “het net zich steeds meer sluit.”

Zoeken naar een oplossing

In de tweede passage uit de correspondentie wordt expliciet gesproken over het treffen van regelingen met externe partijen, specifiek met Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH)

“[Naam] en ik zijn dan ook van mening dat de beste oplossing lijkt dat er iets geregeld wordt om de PVH in deze tegemoet te komen (zodat het bezwaar gegrond verklaard kan worden of ingetrokken). Wij denken dan bijv. aan de optie om de bestaande lijsten voor de time being (alsnog) buiten werking te stellen of de optie om de Grootoorspringmuis (evt. met alle andere soorten die de PVH eerder heeft genoemd) op de lijst met ‘nog te beoordelen diersoorten’ te plaatsen. Dat zou ons zeker ook helpen in de nog lopende procedure bij het CBb inz het verzoek om intrekking van de bestaande positieflijst / bijlagen.”

bezwaarjurist RVO

Deze passage suggereert dat er werd gezocht naar een manier om PVH tegemoet te komen, zodat het bezwaar kon worden ingetrokken of gegrond verklaard. Opmerkelijk is dat de focus opnieuw niet ligt op wetenschappelijke onderbouwing of een zorgvuldige beleidsmatige afweging, maar op het vinden van een uitweg die juridisch en strategisch voordelig zou zijn. In plaats van een inhoudelijke beoordeling te verrichten, wordt nagedacht over opties die juridisch minder kwetsbaar zouden zijn.

Wat hier vooral opvalt, is dat er niet alleen wordt gesproken over een regeling met PVH, maar dat dit nadrukkelijk wordt gekoppeld aan de lopende procedures bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) en dat deze aanpak de overheid zou kunnen helpen in de juridische strijd. De mate waarin de afhandeling van een bezwaar wordt gestuurd door juridische strategieën, in plaats van door toetsing aan objectieve criteria, stelt de neutraliteit, transparantie en onderbouwing van de genomen beslissing ter discussie.

Het is natuurlijk nooit tot zo’n overeenkomst gekomen. Net als Stichting Animalia, strijdt PVH tegen oneerlijke en niet-transparante wetgeving. Daar horen “dealtjes” niet bij.

Had er eigenlijk wel gelakt mogen worden?

De publicatie van dit document uit 2018 en viel onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), de voorganger van de Wet open overheid (Woo). Volgens de Wob mocht informatie alleen worden afgeschermd als deze onder een wettelijke uitzonderingsgrond viel, zoals privacy, economische belangen van de staat of handhaving van de openbare orde. Daarnaast bood artikel 11 Wob de mogelijkheid om interne beleidsopvattingen te beschermen, maar uitsluitend wanneer het ging om subjectieve adviezen of meningen van ambtenaren in een besluitvormingsproces.

De gelakte passage bevat echter geen van deze uitzonderingsgronden. In plaats daarvan toont het hoe juridische kwetsbaarheden en strategieën worden besproken om bezwaarprocedures te omzeilen door een akkoordje te sluiten met PVH. Als dit onder feitelijke constateringen valt in plaats van onder beleidsopvattingen, betekent het dat deze informatie in principe openbaar had moeten worden gemaakt.

Het afschermen van deze tekst lijkt dan ook niet bedoeld om burgers of de staat te beschermen, maar om een ongemakkelijke realiteit te verhullen.

Waarom dit relevant is

De besproken correspondentie gaat over een eerdere versie van de positieflijst. Maar hier ligt de kern van het probleem. Dit is geen losstaand incident, maar een patroon binnen de overheid. Transparantie wordt structureel beperkt door obstructie, selectief lakken en het rekken en frustreren van informatieverzoeken. Zoals we ook in een recente nieuwsbrief schreven, uit onze eerdere Woo- verzoeken blijkt keer op keer dat essentiële informatie ontoegankelijk blijft, dat beleidsvorming zich niet laat leiden door objectieve criteria, maar door strategieën en dat informatie pas prijsgegeven wordt als daar juridisch toe gedwongen wordt.

Dit sluit aan bij eerdere onthullingen, zoals gedocumenteerd in ons artikel Overheid negeert wetenschap bij het opstellen van de Positieflijst. Hieruit bleek dat ambtenaren wetenschappelijk bewijs negeren wanneer dit niet past binnen het gewenste beleid. In plaats van objectieve toetsing, lijkt beleid te worden gevormd door wat politiek het meest haalbaar is, ongeacht de feitelijke onderbouwing.

De positieflijst is een treffend voorbeeld van hoe beleid is verworden tot een politiek instrument. Op  papier is de lijst bedoeld om dierenwelzijn en veiligheid te garanderen. Maar, uit documenten en rechtszaken blijkt dat het vooral een strategie is om een zo kort mogelijke lijst veilig te kunnen stellen. Deze keuzes worden niet primair bepaald door wetenschappelijke consensus, maar door wat politiek opportuun is.

Conclusie en nawoord

De vrijgekomen tekst laat zien hoe beleidsbeslissingen niet alleen op basis van inhoudelijke argumenten worden gemaakt, maar ook worden beïnvloed door juridische en politieke afwegingen. Uit de correspondentie blijkt dat men actief nadenkt over hoe bezwaarprocedures te ontwijken, tenzij het duidelijk is dat ze daar niet mee wegkomen.

Stichting Animalia blijft zich onvermoeid inzetten voor eerlijke en transparante dierenwetgeving. Wij blijven de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zullen ons blijven uitspreken tegen misstanden in het beleidsproces. Transparantie is geen gunst, maar een fundamenteel recht. Alleen door openheid en kritische toetsing kunnen we zorgen voor eerlijke regelgeving die het belang van dierenwelzijn en verantwoord eigenaarschap écht ondersteunt.

Wij staan niet alleen in onze kritiek ten opzichte van hoe de overheid omgaat met Woo procedures! Uit de diverse position papers – ingediend naar aanleiding van het rondetafelgesprek Wet open overheid dat vandaag (13 februari 2025) plaatsvindt – blijkt dat ook andere organisaties zeer kritisch zijn over de overheid.

ACOI
Spoon
NVJ
Follow The Money

We verwelkomen een gezonde discussie hierover op onze Facebook pagina en moedigen aan om kritisch te blijven kijken naar de wijze waarop dierenwetgeving tot stand komt.

gepubliceerd op: 13 februari 2025
aangepast op: 15 februari 2025